RIVM: basis berekeningen geluidshinder Schiphol onjuist

Op 28 mei 2021 publiceerde het RIVM de uitkomsten van een belangrijk onderzoek. Wat blijkt? Van de blootstellingsrespons relatie – een maat voor hinder – blijkt nog maar weinig te kloppen. Maar het is wel het basisuitgangspunt waarop Schiphol het model voor de berekening van geluidshinder stoelt…Dus volgens die verouderde meetmethode kan het allemaal nog – maar het blijkt dus allang niet meer in overeenstemming met de werkelijke geluidsoverlast.

Die berekeningen vinden plaats via het z.g. DOC29-rekenmodel, maar die haalt het RIVM nu dus onderuit.

Sterk verouderde methode toont niet het echte beeld

De belangrijkste conclusies die het RIVM in het rapport noemt:

  • Omdat het zogenaamde maatschappelijke verkeer (privé vliegtuigen en politie helikopters) niet meegenomen kunnen worden in de geluidsberekeningsmethode (DOC29) ligt het aantal gehinderden hoger dan Schiphol ons nu voorgespiegeld.
  • De groei van het aantal woningen en daarmee het aantal inwoners rond Schiphol is niet meegenomen in het berekenen van de gelijkwaardigheid. Dat betekent dat de extra inwoners niet meegenomen in de berekeningen en het vaststellen van de uiteindelijke gelijkwaardigheidscriteria. Dat had volgens het RIVM wel gemoeten. De gelijkwaardigheid is dus niet meer gegarandeerd. Er zijn veel meer mensen die ongezonde geluidshinder ervaren dan op basis van de gelijkwaardigheid mag.
  • Het RIVM concludeert dat de blootstellingsrespons relatie uit 2002, het basis uitgangspunt waarop Schiphol het model voor de berekening van geluidshinder stoelt, verouderd is en dat nieuw onderzoek gebruikt moet worden. Ook hierdoor is de gelijkwaardigheid niet meer gegarandeerd. De blootstellingsrespons relatie legt vast hoeveel geluidshinder mensen ervaren als er vliegtuigen overvliegen.

Lees het onderzoek van het RIVM: Bepaling gelijkwaardigheidscriteria Schiphol niet transparant en deels gebaseerd op verouderde gegevens | RIVM